NIEUWS

Gemeente: verplicht open standaard voor deelfiets-aanbieders


Fiets hangt aan lantaarnpaal

Door: Benjamin W. Broersma

Open State pleitte eerder voor meer open data over mobiliteit in het openbaar vervoer [1]. In deze post betoogd Benjamin waarom deelfiets-aanbieders, welke gebruik maken van de publieke ruimte, ook aan open standaarden zouden moeten voldoen.

De introductie van de vierde generatie deelfietsen – fietsen die overal kunnen worden neergezet – ging met veel beloften gepaard. Maar nadat Amsterdam werd overladen met fietsen van een aantal partijen die snel de markt wilden veroveren, deed de stad de deelfiets in de ban. Ook Rotterdam kijkt kritisch naar de deelfiets-aanbieders [2]. Toen de deelfiets ook in Delft z’n intrede deed, de stad waar ik zelf woon, ben ik me gaan verdiepen in hoe de negatieve effecten kunnen worden tegengegaan.

Één app voor meerdere aanbieders

Het voordeel van deelfietsen is dat een fiets voor meer ritten kan worden gebruikt en er daarmee minder stallingsplekken per persoon nodig zijn in de overvolle fietsenrekken van binnensteden. Een probleem is dat in praktijk de deelfiets-aanbieders niet met elkaar samenwerken, in de app van een aanbieder staan enkel de eigen fietsen, waardoor elke aanbieder een stadsdekkend aantal fietsen nodig heeft om interessant te zijn voor een gebruiker. Er zijn nauwelijks deelfiets-aanbieders te vinden die de locatiedata van hun eigen fietsen delen, er zijn daarom ook geen apps om alle dichtstbijzijnde fietsen in te zien. Naast het feit dat een gebruiker dan alsnog voor elke aanbieder een app moet installeren om de fiets te openen en af te rekenen. Een initiatief om dit op te lossen kwam begin van dit jaar met de intentieverklaring ‘Overal een deelfiets met één account’ [3]. Daaruit vloeide de API standaard GBFS+ voort [4], een technische standaard die het mogelijk maakt om fietslocaties te delen, inclusief de tarieven en een simpele link om een deelfiets meteen te huren. Nu deze standaard er ligt, maar de implementatie door de deelfiets-aanbieders van deze standaard niet volgt, is het in deze fase noodzakelijk dat de lokale overheden de GBFS+ standaard verplicht gaan stellen.

De ontbrekende cijfers

Om de belofte van meer ritten per fiets echt te staven, moeten de deelfiets-aanbieders inzicht geven in hoeveel ritten er per fiets worden gemaakt. Om nu inzicht te krijgen in hoeveel ritten er worden gemaakt is het nodig de code van elke app te ontrafelen en continue alle locaties digitaal te monitoren, hetgeen een aardige onderneming is. Sven Boor doet dit onderzoek en kan inmiddels dit soort visualisaties maken van het deelfietsgebruik in Delft:

In Delft is de pilot van 100 fietsen inmiddels uitgebreid naar zo’n 800 fietsen, waar op een doordeweekse dag gemiddeld 2000 ritten mee worden gemaakt. Mobike zelf wilde deze cijfers uit concurrentieoverwegingen helaas niet geven, wat de noodzaak van GBFS+ en het ontsluiten van de geanonimiseerde vervoersdata wederom onderstrepen. Deze cijfers hebben mij echter een stuk positiever doen staan over de – soms slecht gestalde – deelfietsen in Delft. Ik heb echter ook vernomen dat er deelfiets-aanbieders zijn die het beduidend slechter doen en bij lange na deze ritten per fiets niet halen, soms zelfs juist de partijen waar overheidssubsidie naartoe gaat.

Buitenlandse regelgeving

In Amerika kiezen steden als Washington DC de slimme route en hebben GBFS en het delen van geanonimiseerde vervoersdata verplicht gesteld, inmiddels wordt het programma daar uitgebreid, mede vanwege de positieve feedback [5, 6], onze steden kunnen daar een voorbeeld aan nemen. Na veel overlast heeft Singapore besloten de deelfiets te belasten, ook in Nederland zou het mogelijk zijn via precariobelasting deelfietsen te belasten. Echter door de cijfers van het aantal ritten per fiets inzichtelijk te maken zouden ook enkel de niet presterende aanbieders uit de openbare ruimte geweerd kunnen worden, in plaats van alle deelfiets-aanbieders – en daarmee ook de gebruikers – te belasten.

Pilots & advies

Eind september komt Delft met een evaluatie van de deelfietspilot, Rotterdam is tevens bezig met een evaluatie en Amsterdam zit in de voorbereiding van een nieuwe pilot met 6000 fietsen. Aan al deze en andere gemeente met deelfietsprojecten: om van deelfietsen echt een succes te maken is het noodzakelijk dat er niet één platform komt, maar meerdere partijen die op prijs en kwaliteit van de fiets concurreren. Om tegen te gaan dat de stad vol komt te staan met ongebruikte deelfietsen is het noodzakelijk dat deze partijen hun platform open stellen via GBFS+ en de geanonimiseerde vervoersdata in een open formaat ontsluiten. Maak van deelfietsen een succes en maak GBFS+ en het delen van de geanonimiseerde vervoersdata een vereiste in de vergunning van een deelfiets-aanbieder!

[1] https://openstate.eu/nl/2018/09/stichting-opengeo-en-open-state-pleiten-voor-open-mobiliteitsdata/
[2] https://www.verkeersnet.nl/fiets/25919/rotterdam-kijkt-komende-tijd-extra-kritisch-naar-deelfiets-aanbieders/
[3] https://openbikeshare.github.io/
[4] https://github.com/openbikeshare/gbfsplus
[5] https://blog.mapbox.com/cities-benefit-from-open-dockless-data-bfe610b0568e
[6] https://ddot.dc.gov/sites/default/files/dc/sites/ddot/page_content/attachments/May 2018 Terms and Conditions (4.30.18).pdf