NIEUWS

Overheden nog niet klaar voor hergebruik overheidsinformatie


Het lukt veel overheden en publieke instellingen nog steeds niet openbare informatie beschikbaar te stellen voor hergebruik. Sinds de invoering van de Wet hergebruik overheidsinformatie vorig jaar, zijn bij ministeries nog geen mandaatbesluiten genomen, zijn ambtenaren niet bekend met de termen ‘open formaat’ en ‘machine-leesbaar’ en ontbreekt het aan voldoende prikkels voor tijdige besluitvorming en toepassing.

Meer dan zeven maanden na inwerkingtreding constateren Open State Foundation en Open Archieven dat een groot aantal ministeries, provincies, gemeenten en publieke instellingen moeite hebben met de uitvoering van de wet.

Sinds 18 juli 2015 is de Wet hergebruik overheidsinformatie van kracht. Burgers en bedrijven kunnen met deze wet in de hand een verzoek indienen voor het gebruik van openbare overheidsinformatie. Documenten moeten zoveel mogelijk ‘machine-leesbaar’ en in een open formaat beschikbaar worden gesteld.

Steekproef

d370b91e978c302a448b47ab4434f574a0341bf4dd557c11ad0abcd93a9c2193Open State Foundation heeft sinds oktober 2015 een aantal verzoeken voor hergebruik gedaan bij ministeries, gemeenten en provincies. De hergebruikregels zijn sinds de zomer ook van toepassing op musea, bibliotheken en archieven. Open Archieven heeft sinds januari 2016 hergebruik verzoeken gedaan bij meer dan vijftig archiefinstellingen en diverse gemeenten.

Resultaten geven een wisselend beeld. Het duurt vaak minimaal twee maanden voordat overheden en publieke instellingen een besluit nemen op een hergebruik verzoek. Bijna alle aangeschreven overheden en instellingen gebruiken de mogelijkheid tot verdaging. Nog langer duurt het voordat daadwerkelijk toegang is verkregen tot de gevraagde gegevens in een open machine-leesbaar formaat. De wet schrijft voor dat als een verzoek wordt ingewilligd, de verstrekking zo snel mogelijk dient te geschieden. Er bestaat hier echter geen termijn voor.

Processen zijn nog niet ‘ingeregeld’

Doordat het Ministerie van Economische Zaken nog geen mandaatbesluit genomen, kunnen alle bestuursorganen, waarover het ministerie zeggenschap heeft, zoals de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit, tot nu toe geen besluit nemen. In deze twee gevallen werd na navraag bevestigd dat het om ‘organisatorische redenen’ niet was gelukt om op tijd een besluit te nemen en dat de ‘te volgen procedure nog niet geheel uitgewerkt’ is waardoor de minister van Economische Zaken de beslissing op het verzoek moet nemen. Inmiddels zijn sinds deze hergebruik verzoeken vier maanden verstreken.

Verzoeken voor hergebruik van overheidsinformatie bij de ministeries van Buitenlandse Zaken en Veiligheid en Justitie werden wel binnen twee maanden beantwoord en verzoeken bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het Ministerie van Binnenlandse Zaken werden binnen een week beantwoord.

Op decentraal niveau is de ervaring hetzelfde. Van 12 provincies waar een hergebruik verzoek is gedaan, heeft de helft beslissing op het verzoek verdaagd. Gemiddeld duurde het 44 werkdagen om uiteindelijk de gevraagde gegevens te ontvangen. Vier van de twaalf provincies leverden de gevraagde gegevens niet met als reden dat de gegevens bij andere overheden aanwezig moesten zijn maar geen enkele provincie heeft in dit geval het verzoek doorgestuurd naar de medeoverheden waar de informatie wel zou moeten zijn.

Hergebruik bij archieven

Hergebruik verzoeken van Open Archieven aan archiefinstellingen tonen een vergelijkbaar beeld. Na twee maanden 7ff92bb629fc269f284a387c7b766d4a2a40e2e84f2a8743cdc2bd03e0415e0aheeft slechts 13% van de aangeschreven publieke instellingen voldaan aan het verzoek en gegevens in machine-leesbaar open formaat beschikbaar gesteld. Hoewel geen enkele organisatie een verzoek meteen afwijst, ondervinden veel publieke instellingen moeite om gegevens uit systemen te krijgen.

Bij veel overheden bestaat nog geen mechanisme waarmee informatie die via deze wet in een open formaat zijn opgevraagd standaard kunnen worden aangemeld bij het open data rijksportaal data.overheid.nl. Het aanmelden werd door een aantal ministeries niet als prioriteit gezien. Meer dan eens werd gesteld dat de informatie reeds online beschikbaar was maar in die gevallen betrof het niet de gevraagde gegevens in een ‘machine-leesbaar’ of ‘open formaat’ en de bijbehorende metadata waar naar was gevraagd.

Openbaar is niet hetzelfde als in een open formaat

Het lijkt erop dat er nog veel onbegrip bestaat wat ‘machine-leesbaar’ of bestanden in een open formaat zijn. Het doel van de wet is dat overheidsinformatie door anderen ten volle kan worden gebruikt en benut voor andere doeleinden dan waarvoor de informatie in eerste instantie is geproduceerd. Volgens de Wet hergebruik overheidsinformatie heeft een bestuursorgaan of publieke instelling een inspanningsverplichting om de informatie in herbruikbare vorm aan te bieden. Bij de verstrekking voor hergebruik gaat het om de ‘ruwe’ gegevens, dat wil zeggen, de gegevens zoals die bij de instelling aanwezig zijn.

Positief is dat de wet wel helpt om overheden opnieuw te vragen informatie in een open formaat te verstrekken. Zo hebben 20 gemeenten, gegevens die in Pdf-formaat op de eigen gemeentewebsite staan, na een hergebruik verzoek op basis van de nieuwe wet, de gevraagde informatie in een open CSV-bestand beschikbaar gesteld. Dit zijn gemeenten die voor de inwerkingtreding van de wet weigerden de informatie in een open formaat te verstrekken. Ook blijkt dat telefonisch contact helpt om het processen te versnellen.

Uit deze eerste steekproef blijkt dat overheden en publieke instellingen nog onvoldoende bekend zijn met de wet en de uitvoering ervan. Ook blijkt dat het ontbreekt aan ‘ingeregelde’ processen waardoor zelfs na een ingewilligd verzoek de data vaak niet binnen een redelijke termijn beschikbaar worden gesteld. Hoewel de inwerkingtreding van de Wet hergebruik overheidsinformatie een goede stap is, blijft de versnelling op het gebied van open data uit zolang er geen nieuwe moderne wetgeving bestaat op het gebied van openbaar bestuur.