NIEUWS

Aftreden staatssecretaris toont noodzaak volledige openheid over financiële belangen


Afgelopen vrijdag is Folkert Idsinga afgetreden als staatssecretaris van Financiën, nadat de Tweede Kamer om opheldering had gevraagd over zijn financiële belangen. Hoewel zijn aftreden een persoonlijk besluit is, toont deze kwestie aan dat er heldere en betere regelgeving nodig is over het openbaren van belangen in bedrijven van bewindspersonen. Transparant bestuur moet hierbij leidend zijn, vindt Open State Foundation.

Alle kandidaat-bewindspersonen moeten tijdens de formatie hun belangen in bedrijven melden bij de formateur, maar deze informatie wordt slechts beperkt openbaar. In de gedragscode voor bewindspersonen is wel afgesproken dat de namen van betrokken bedrijven geopenbaard moeten worden, maar de verantwoordelijkheid om te bepalen of dit ‘mogelijk’ is, ligt bij bewindspersonen zelf. In de praktijk wordt hierdoor zelden gepubliceerd welke persoonlijke belangen ministers en staatssecretarissen hebben bij de besluiten die zij maken.

Bewindspersonen zullen meestal integer en onafhankelijk van hun persoonlijke belangen handelen. Maar doordat deze belangen verborgen kunnen blijven, is het lastig om de uitzonderingen te onderzoeken waarin dit niet het geval is. Een gezonde democratie berust juist op het vermogen om kritisch te kunnen controleren of beslissingen van de overheid in het landsbelang worden genomen. Het geheimhouden van de financiële belangen van bewindspersonen bemoeilijkt deze taak voor zowel politiek als journalistiek.

Tegelijkertijd laat het vertrek van staatssecretaris Idsinga zien dat geheimhouding ook kan leiden tot onnodige twijfels over integriteit, die gebruikt kunnen worden bij een politieke afrekening, zelfs als er van daadwerkelijke belangenverstrengeling mogelijk geen sprake is. Het had deze kwestie vergemakkelijkt als kabinetsleden bij hun aantreden het publiceren van hun belangen niet als ‘onmogelijk’ hadden verklaard.

Het is daarom cruciaal dat bewindspersonen hun verantwoordelijkheid nemen als transparante bestuurders en in de toekomst proactief hun financiële belangen bekendmaken. Daarbij hoort dat de huidige regelgeving aangescherpt en beter gehandhaafd wordt, concludeert ook de anti-corruptiewaakhond GRECO in haar evaluatierapport over Nederlands integriteitsbeleid. Sinds de invoering van de gedragscode is er volgens hen immers “geen concrete vooruitgang” geboekt, doordat openheid vrijblijvend lijkt gebleven.

Open State Foundation juicht het daarom toe dat een meerderheid in de Tweede Kamer zich nu lijkt te scharen achter grotere financiële transparantie, en hoopt dat dit zal leiden tot structurele en bindende regelgeving voor volgende kabinetsformaties.