Nieuw rapport IMI, Open State en UvA over 2023: Blaadjes op het spoor
- Onderzoek Blaadjes op het spoor is een vervolg op Matglas (over 2022) en Ondraaglijk Traag (over 2021) door Instituut Maatschappelijke Innovatie en Open State Foundation; dit jaar ook samen met de Universiteit van Amsterdam.
- Blaadjes op het spoor wordt dinsdag 13 februari aangeboden aan de Vaste Commissie voor Binnenlandse Zaken van de Tweede Kamer; op 15 februari is er een Commissiedebat over de Wet open overheid.
- Aantal Woo-verzoeken aan ministeries is toegenomen, maar in internationaal perspectief nog steeds laag.
- Beantwoording informatieverzoeken duurt nu gemiddeld 172 dagen, een verdere stijging ten opzichte van vorig jaar (167) en ver boven de wettelijk maximale termijn van 42 dagen.
- Grote verschillen tussen ministeries met OCW als snelste (91 dagen) en Financiën als traagste (239 dagen), maar over de hele linie vertraging.
Nederlanders willen een nieuwe bestuurscultuur die zich kenmerkt door openheid. Maar het belangrijkste instrument dat ze daarvoor hebben, informatieverzoeken op basis van de Wet open overheid (Woo), werkt in de praktijk onvoldoende. Ondanks veel maatschappelijke en bestuurlijke aandacht, worden de termijnen voor de afhandeling van Woo-verzoeken steeds verder overschreden. Dat is de hoofdconclusie van het onderzoeksrapport Blaadjes op het spoor dat Instituut Maatschappelijke Innovatie, Open State Foundation en Universiteit van Amsterdam vandaag uitbrengen. Het rapport analyseert de door de Rijksoverheid gepubliceerde beantwoorde Woo-verzoeken afgelopen jaar (januari – december 2023).
“Om de problemen aan te pakken is leiderschap nodig van ministers en bestuursraden. Daarbij hoort het sturen op snelle gesprekken met verzoekers, op doorlooptijden, op het inkorten van parafenlijnen en op meer actieve openbaarmaking van thema’s die maatschappelijk in de belangstelling staan.”
– Guido Enthoven, Instituut Maatschappelijke Innovatie
De beantwoordingstermijnen verschillen sterk van ministerie tot ministerie – met OCW als snelste en Financiën als traagste – maar komen gemiddeld voor ieder ministerie ver boven de wettelijke termijn. Die is 28 dagen, met de mogelijkheid van verlenging (indien omvang of gecompliceerdheid van de informatie een verlenging rechtvaardigt) met 14 dagen. De afhandelingstermijnen worden ook steeds langer in plaats van korter. In totaal werden 83% van de informatieverzoeken aan de ministeries buiten de wettelijke termijn afgehandeld, net als het jaar daarvoor. Ter vergelijking: het Verenigd Koninkrijk dat de afhandeling van informatieverzoeken wel gedetailleerd bij houdt in een voor iedereen toegankelijk dashboard (en dat per inwoner veel meer verzoeken krijgt) lukt het juist om 80 à 90% van de informatieverzoeken binnen termijn af te handelen.
“Een open overheid wint vertrouwen van de burger. Met deze cijfers wordt het wel heel moeilijk het vertrouwen terug te winnen. De politiek zou dit als prioriteit moeten oppakken.”
– Serv Wiemers, Open State Foundation
Uit het onderzoek blijkt dat er afgelopen jaar meer Woo-verzoeken zijn ingediend bij de ministeries: 1.762 ten opzicht van 1.125 in 2022. Het ministerie van LNV kreeg veruit de meeste verzoeken. Er zijn in totaal meer pagina’s aan informatie geopenbaard, maar de meerderheid van de Woo-verzoeken is, net als afgelopen jaren, relatief beperkt in omvang: 56% kan met minder dan 50 pagina’s worden beantwoord. De exemplarische Woo-beantwoording (de mediaan) komt uit op 24 pagina’s geleverde en deels gelakte informatie. Daarvoor moeten natuurlijk meer pagina’s worden doorzocht, maar 24 pagina’s zouden toch binnen de maximale termijn moeten worden geleverd.
“De overheid moet nu echt werk maken van machineleesbaarheid. Het is makkelijk (kan binnen de bestaande software) en heeft een groot effect op de waarde van openbaar gemaakte stukken. Ze worden zo goed (terug)vindbaar.”
– Maarten Marx, Universiteit van Amsterdam
Ondanks verplichtingen uit de Woo zijn de gepubliceerde documenten vaak niet machine-leesbaar. Datums zijn vaak onduidelijk. De Woo-informatie wordt niet altijd volgens de FAIR-principes (Findable, Accessible, Interoperable, Reusable) ontsloten.