NIEUWS

Techniek en cultuur: De juiste weg naar een goede informatiehuishouding binnen de overheid


Een dag na een stevig debat over de opvolging van het rapport ‘Ongekend Onrecht’ over de Toeslagenaffaire, bevroegen Kamerleden het kabinet nog eens over de informatiehuishouding en informatieverstrekking. Dit keer tijdens het Commissiedebat Archiveren van stukken door bewindspersonen onder de archiefwet en de Woo/Wob. 

 Er bestond onder alle aanwezigen – Kamerleden en bewindspersonen – geen twijfel: de huidige digitale informatiehuishouding van de overheid is niet op orde. En een goede informatiehuishouding is essentieel voor het functioneren van de democratie. Het is dus de hoogste tijd om te werken aan standaardmethoden, duidelijke regels en moderne software om overheidsdocumenten te beheren en te verstrekken. 

Kamerleden wilden van minister Hanke Bruins Slot van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties weten welke concrete stappen zij gaat zetten om dit voor elkaar te krijgen. Zo vroeg Evert Jan Slootweg (CDA) zich af wat we kunnen leren van andere landen over openbaarheidswetgeving, en vroeg Hind Dekker-Abdulaziz (D66) de minister hoe zij orde wil scheppen in de verschillende trajecten die binnen de departementen lopen rondom informatiehuishouding. De minister antwoordde hierop dat zij volgens Artikel 44 in de Grondwet slechts een coördinerende rol heeft, en dat elke minister verantwoordelijk is voor diens eigen departement. Renske Leijten (SP) was kritisch over deze uitleg: wat gebeurt er als ministeries zich niet voldoende inzetten om de Wet open overheid (Woo) en archiefwet uit te voeren? Open State deelt de mening dat de minister niet alleen een coördinerende rol heeft, maar ook de verantwoordelijkheid draagt om de informatiehuishouding te verbeteren.

Ook wilden Kamerleden meer duidelijkheid over het archiveren van chatberichten. Naar aanleiding van het advies van het Adviescollege Openbaarheid en Informatiehuishouding (ACOI) over het opslaan van chatberichten werkt het kabinet aan nieuwe selectielijsten. Deze lijsten beschrijven welke informatie voor welke periode bewaard moet worden. Aangezien deze selectielijsten niet morgen af zijn, vroeg Julian Bushoff (PvdA) de minister hoe in de tussentijd chatberichten gearchiveerd zullen worden. Ook wilde hij weten hoe het ervoor staat met het Rijksbrede beleid over gescheiden werk- en privé-telefoons. De minister zei de chatinstructie aan te passen conform het ACOI advies, en dat in de tussentijd alle zakelijke berichten worden bewaard. Ook zei ze een voorstander te zijn van het scheiden van zakelijke en privé communicatie. 

Pieter Omtzigt (Omtzigt) had kritiek op het gebrek aan inzicht in het bewaren van de appjes van de minister-president. Het onvermogen van de minister om antwoord te geven op de vraag hoeveel appjes van de minister-president worden bewaard duidde volgens Omtzigt op ‘informatiechaos’. De aanwezige Staatssecretaris van Cultuur en Media Gunay Uslu zei te werken aan een modernisering van de archiefwet, waarbij vanaf de creatie van informatie stil gestaan moet worden bij toegankelijkheid en openbaarheid. Dit moet informatiechaos minimaliseren. 

Leijten vroeg zich af of er naast de informatiechaos niet ook sprake is van onwil rondom het delen van informatie. Over de toeslagen-documenten die afgelopen week opdoken en niet werden gedeeld met de parlementaire ondervragingscommissie zei Leijten het volgende: “als je dat niet vindt, dan zoek je niet.” Dit laat zien dat het niet alleen gaat om technische verbeteringen om de informatiehuishouding op orde te brengen, maar ook om een cultuuromslag. Naast de ‘hardware’ moet ook de ‘software’ – cultuur en gedrag – veranderen, aldus de Kamerleden. De minister erkende het belang van cultuurverandering, en benadrukte in haar beantwoording dat ze dit aspect in komende rapportages zal meenemen. In het rapport ‘Matglas’ van Open State Foundation en het Instituut Maatschappelijke Innovatie wordt deze conclusie ook getrokken: er moet nodig technische innovatie plaatsvinden op het gebied van informatiehuishouding, maar dit zal gepaard moeten gaan met een cultuuromslag naar ‘openbaar, tenzij’. Alleen dan zal een moderne informatiehuishouding ook echt bijdragen aan een open overheid.