Inmiddels ligt de aangenomen motie voor een lobbyregister bijna twee jaar op de plank: op 8 september 2021 diende Kamerlid Dassen (Volt) een motie in voor de invoering van een lobbyregister. De aanleiding was de kritiek van GRECO – de Europese anti-corruptie waakhond – dat Nederland weinig tot niets had gedaan met de aanbevelingen om corruptie aan te pakken. Toch bleef de motie op de plank liggen, en was er een nieuwe motie van Dassen en Omtzigt nodig om uitvoering te geven aan de eerder aangenomen motie. Het mocht niet baten: ondanks een meerderheid in de Kamer, het voorbeeld dat we kunnen nemen aan Ierland dat al acht jaar een goedwerkend lobbyregister heeft, én kritiek van Open State Foundation op gebrek aan lobby transparantie, is het lobbyregister van de baan.
Dit meldt minister Hanke Bruins Slot van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in een brief aan de Kamer, een week voordat het commissiedebat ‘Integriteit Openbaar Bestuur’ op de agenda staat. De beslissing om geen lobbyregister te ontwikkelen volgt na het onderzoek dat in opdracht van het kabinet is uitgevoerd door twee professoren, Braun en Fraussen. In het rapport stellen zij dat het van belang is om eerst de onderliggende doelstellingen van een gewenst lobbyregister in kaart te brengen, voordat hier uitvoering aan kan worden gegeven. Anders kan dit volgens hen leiden tot “ineffectieve instrumenten en regulering”. Braun en Fraussen beargumenteren vervolgens dat “lobbyist” moeilijk valt te definiëren, en dit zorgt dat niet duidelijk wordt welke contacten hierbinnen vallen. Het kabinet concludeert vervolgens dat dit drempels voor burgers opwerpt om toegang te zoeken.
Open State Foundation is van mening dat het registeren in een lobbyregister geen nieuwe drempel opwerpt, in verhouding tot de “drempel die er al is om überhaupt bij een bewindspersoon aan tafel te komen”, aldus directeur Serv Wiemers. “Die afspraken invullen in een register kan er best wel bij”.
Als het kabinet het belang van toegang voor (georganiseerde) burgers zo hoog acht, moeten ze allereerst eens kijken naar de scheve verdeling in mate van toegang voor verschillende groepen belanghebbenden. Uit eerder onderzoek van Open State blijkt dat ook zonder lobbyregister 8% van de afspraken met ngo’s zijn, en 26,6% met individuele bedrijven, gevolgd door 20,5% met ondernemersverenigingen.
Als concessie zegt het kabinet toe om de agenda-afspraken beter bij te gaan houden, en de inbreng van externen bij te houden in de memorie van toelichting. Toch blijkt uit herhaaldelijk onderzoek van Open State Foundation – zoals de minister ook erkent – dat deze agenda’s onvoldoende worden bijgehouden. Ook blijft dit de verantwoordelijkheid voor het bijhouden van de agenda’s bij individuele bewindspersonen liggen. Een goede standaard, met vergelijkbare en complete registraties, én handhaving, blijven daarmee uit.