NIEUWS

Agenda’s ministers iets meer openbaar, maar nogsteeds onvoldoende


Bijna een jaar geleden stemde een meerderheid in de Kamer voor de motie Sneller-Bromet, waarin gesteld wordt dat de agenda’s van bewindspersonen systematischer bijgehouden moeten worden. Deze motie was een reactie op eerder onderzoek door Open State Foundation, waaruit bleek dat de agenda’s van bewindspersonen verre van transparant zijn. Transparante agenda’s zijn essentieel om inzicht te krijgen in het Nederlandse lobby-landschap en om eventuele belangenverstrengeling aan de kaak te stellen. Hoe staat het er nu voor? Houden bewindspersonen zich aan de richtlijnen, of zijn de agenda’s bijna een jaar na dato nog steeds schimmig? 

Hoofdconclusies

  • Ondanks verbeteringen in de openbare agenda’s van bewindspersonen is lobby nog onvoldoende transparant
  • 64% van de afspraken voldoen aan de richtlijnen van de motie Sneller-Bromet en vermeldt onderwerp en contactinformatie. Een duidelijke verbetering, maar veel onderwerpen zijn nietszeggend. De richtlijnen creëren niet genoeg eenduidigheid en dit zorgt voor een lage kwaliteit van de data.
  • Bij slechts 43% van de afspraken wordt de gesprekspersoon genoemd
  • Grote verschillen tussen ministeries: Buitenlandse Zaken als slechtste, Defensie als beste
  • Geen enkel ministerie komt volledig toezegging na dat met terugwerkende kracht agenda’s worden bijgewerkt

Resultaten huidig onderzoek

In de periode van 25 februari tot 28 september 2022 hebben bewindspersonen in totaal 2.148 gesprekken geregistreerd. Hiervan kunnen 764 worden gedefinieerd als externe gesprekken (met vertegenwoordigers van buiten de overheid).

  • 64% van de geregistreerde afspraken voldoet aan de eigen richtlijn dat zowel onderwerp van gesprek als contactgegevens voor verdere informatie moeten zijn vermeld.
  • Beste uit de test: Het ministerie van Defensie is het meest succesvol in het correct bijhouden van de agenda’s, waarbij 80% voldoet aan de richtlijnen. Hierbij moet wel gezegd worden dat er slechts 20 externe afspraken te vinden zijn in de openbare agenda’s van het ministerie van Defensie. Onder individuele bewindspersonen komt minister Ernst Kuipers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport het beste naar voren: 91% van zijn afspraken zijn compleet. 
  • Slechtste uit de test: Het Ministerie van Buitenlandse Zaken houdt haar afspraken het slechtst bij, met slechts 32% van de externe afspraken compleet. Door de ministeries van LNV, EZK  en AZ worden meer dan 45% van de afspraken niet goed bijgehouden. De afspraken van minister Christianne van der Wal-Zeggelink van Natuur en Stikstof voldoen in meer dan de helft van de gevallen niet aan de richtlijnen (57%), waarmee deze minister het slechtst scoort.

Complete afspraken vermelden zowel een onderwerp als contactpunt voor verdere informatie.

 

Analyse van de agenda’s

Uit de kwaliteit van de data blijkt dat een cultuurverandering – om door middel van de agenda’s lobby daadwerkelijk beter inzichtelijk te maken – nog ver te zoeken is. 

  • Daadwerkelijke partij ontbreekt: met wie de bewindspersoon om tafel zit is niet vanzelfsprekend. In plaats van de daadwerkelijke partij te benoemen komt het nog steeds voor dat alleen de sector wordt genoemd, of zelfs alleen “gesprek bedrijven”, zoals in de agenda van Christianne van der Wal-Zeggelink. Minister Van der Wal-Zeggelink behoort tot het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, een ministerie wat beterschap beloofde na het eerste onderzoek van Open State Foundation, en ook kort verbetering liet zien, maar nu weer terugvalt in zowel de cijfers, als kwaliteit van de data. Het op deze manier bijhouden van externe afspraken is niet bevorderlijk voor transparantie en het inzichtelijk maken wie er invloed heeft op beleid.
  • Onderwerp onduidelijk: Sinds de motie van Sneller-Bromet is het verplicht om ook het onderwerp van de gesprekken op te nemen in de agenda’s. Desondanks is de geest van deze motie niet terug te vinden in veel registreerde gesprekken met externen: ‘kennismakingsgesprek’, ‘periodiek gesprek’ of ‘bijpraat gesprek’ zijn termen die herhaaldelijk terugkomen, in plaats van de daadwerkelijke inhoud te delen. Voorbeelden hiervan zijn de agenda’s van staatssecretaris Maarten Van Ooijen en minister Hans Vijlbrief, waarbij het merendeel van de afspraken wordt geregistreerd als ‘kennismakingsgesprekken’, zonder verdere toelichting. Vijlbrief noemt geen één keer een ander onderwerp dan ‘bijpraat/kennismaking’. Dit werkt transparantie in de hand.  
  • Gebrek aan eenduidigheid: de benaming van partijen wordt niet op een eenduidige manier in de agenda’s opgenomen. Zo gebruikt staatssecretaris Alexandra van Huffelen hoofdzakelijk afkortingen voor de organisaties waarmee ze om de tafel zit en registreert minister Micky Adriaansens een gesprek met Neelie Kroes, zonder te vermelden in welke hoedanigheid mevrouw Kroes aan dat gesprek deelneemt. Dergelijke registraties van afspraken werken transparantie tegen en bemoeilijken de analyse van de agenda’s van bewindspersonen. 

Aanbevelingen

Daarom pleit Open State Foundation voor nauwkeurigere richtlijnen voor het bijhouden van de agenda’s. De bestaande regels geven bewindspersonen de ruimte om vaag te blijven over hun gespreksonderwerpen en -partners, waardoor deze richtlijnen slechts schijntransparantie creëren. Om daadwerkelijk transparantie te realiseren, bevelen wij aan:

  • Wees concreet over het onderwerp: Bijpraatgesprekken, kennismakingsgesprekken en reguliere gesprekken als onderwerpen geven geen inzicht in wat er besproken wordt. De richtlijn omtrent onderwerp moet dan ook aangescherpt worden. 
  • Wees duidelijk over de deelnemende partij en persoon: Hierbij moet op z’n minst de partij genoemd worden (bijv. ‘Shell’).  Om transparantie te bevorderen en belangenverstrengeling tegen te gaan, zou informatie gegeven moeten worden die te herleiden is tot één persoon (bijv. ‘directeur van Shell’). 
  • Registreer alle afspraken: daarbij horen ook belafspraken, dit gebeurt tot nu toe niet. Er kan een voorbeeld worden genomen aan minister Robbert Dijkgraaf, die wel belafspraken registreert in zijn agenda. 

Alleen als bewindspersonen committeren aan duidelijke richtlijnen die waardevolle informatie waarborgen en ze open zijn tegenover burgers over hun contacten, kan de schimmigheid rond lobby afnemen.