NIEUWS

Minister vergeet de meerwaarde van een echt open handelsregister


Veilig zaken doen,  het stimuleren van innovatie, maatschappelijke controle op de besteding van publieke middelen, het voorkomen van witwassen, belastingontduiking en fraude. Dit zijn fundamentele kenmerken van een goed functionerende economie en samenleving. Daarvoor dient iedereen toegang te hebben tot gegevens uit het Handels- en UBO-register. De Kamerbrief van oud-demissionair minister Blok van Economische Zaken en Klimaat eind vorig jaar schetst diverse beleidsopties die zijn geformuleerd om te bepalen hoe we in de toekomst omgaan met de toegang tot deze registers. Tot onze verbazing wordt er geen open data-optie beschreven. Hiermee wordt er geen gehoor gegeven aan de brede maatschappelijke oproep om gegevens uit het Handels- (en UBO-) register als open data aan te bieden. 

Aanleiding Kamerbrief

In mei 2021 lanceerde het ministerie van Economische Zaken en Klimaat samen met de Kamer van Koophandel een maatschappelijke consultatie om tot een nieuw beleidskader te komen voor integer gebruik van het Handelsregister. De aanleiding hiervan is terugkerende maatschappelijke kritiek op hoe de Kamer van Koophandel omgaat met de gegevens(verstrekking) uit het Handelsregister: zo klinkt er een breed maatschappelijk geluid voor meer openbaarheid en betere privacybescherming. Samen met diverse maatschappelijke organisaties pleiten wij in het position paper ‘Open bedrijven data’ voor het verstrekken van gegevens uit het Handels- en UBO-register als open data. Hoe openbaar deze registers zijn bepaalt in welke mate bedrijven, branche-organisaties, journalisten, wetenschappers en belangenorganisaties kunnen bijdragen aan de Nederlandse economie en samenleving. 

Open data-optie wordt niet overwogen

In de Kamerbrief van afgelopen december zijn op basis van deze consultatie verschillende beleidsopties geformuleerd voor de herziening van de Handelsregisterwet. Met ‘maximale transparantie’ en ‘maximale afscherming’ als uiterste opties. Teleurstellend is dat de maximale transparantie niet verder gaat dan de huidige situatie. Zo wordt er specifiek gesteld dat in deze beleidsoptie “de bestaande mate van openbaarheid van het HR (Handelsregister) wordt gehandhaafd”. Dit terwijl de huidige opzet van het Handelsregister wordt juist gekenmerkt door obstakels en barrières die effectief en doelmatig (her)gebruik van deze gegevens in de weg staan. De betaalmuur, de gebruikersvoorwaarden, het niet aanbieden van volledige open datasets en de onmogelijkheid data te ontsluiten via een API zijn hier schoolvoorbeelden van.  

Door de open data-optie niet als serieuze mogelijkheid te beschouwen, gaat de Kamerbrief voorbij aan veel van de input die geleverd is tijdens de consultatie en doet deze tekort aan de meerwaarde die open data biedt. Dit terwijl er voldoende bewijs is uit andere Europese landen dat ‘open data’ (in combinatie met andere maatregelen) wel degelijk positieve effecten met zich meebrengt voor ondernemers, burgers en de overheid.

Beperkende voorwaarden zijn ongegrond

Als beperkende randvoorwaarden voor de maximale transparantie-optie (en dus ook een open data-optie) worden de AVG en de politieke en maatschappelijke acceptatie genoemd. De gesuggereerde patstelling tussen de AVG en een open data is incorrect. Open data-aanhangers vragen om de publicatie van gegevens die noodzakelijk en proportioneel zijn in relatie tot rechtszekerheid, maatschappelijke controle, het voorkomen en bestrijden van witwassen, belastingontduiking en fraude. Niet om de publicatie van gegevens waarvoor dit niet opgaat zoals BSN-nummers, handtekeningen of woonadressen (en vestigingsadressen van zzp’ers). Het politieke en maatschappelijke debat draait om hoe er wordt omgegaan met deze gegevens en niet om het feit dat Handelsregistergegevens openbaar zijn. Ingediende moties rondom veiligheid en privacy richten zich op het al dan wel of niet afschermen van alle privé-adressen en vestigingsadresgegevens van entiteiten zonder rechtspersoonlijkheid. Politieke en maatschappelijke debatten worden gevoerd over zaken zoals datalekken bij de Kamer van Koophandel en het verkopen van adresbestanden en telefoonnummers. 

Deze problemen worden niet groter zodra rest van de Handelsregistergegevens wél beschikbaar zijn als open data, terwijl maatschappelijke stakeholders deze open data wel kunnen inzetten voor de doelstellingen waarvoor het Handels- en UBO-register zijn opgesteld. En met ‘Wet acquisitiefraude’, de Elektriciteitswet, de Telecommunicatiewet en de aankomende Doxingwet zijn er voldoende juridische handvatten om misbruik van deze publieke gegevens te bestrijden. Handhaving op het misbruik van deze gegevens is de oplossing, niet het afschermen van deze gegevens of het toepassen van gebruiksvoorwaarden die zijn vastgesteld op basis van een onrechtmatig toegekend databankenrecht. Zo bleek eerder al uit de uitspraak van de rechter over dit onderwerp: de Vereniging voor zakelijke B2B informatie (Vvzbi) won de rechtszaak tegen de KvK over het vermeende databankenrecht op het Handelsregister. De KvK wilde dit gaan handhaven tegenover de leden van de vereniging, maar de rechtbank heeft nu geoordeeld dat de Kvk geen databankenrecht op het Handelsregister heeft.

Goed dat het financieringsvraagstuk op tafel ligt

Er is een herziene visie nodig op het financieringsmodel van het Handelsregister ten behoeve van de daadwerkelijke bekostiging van het Handelsregister – los van overige activiteiten van de Kamer van Koophandel. Daarom is het goed dat het financieringsvraagstuk nu op tafel ligt. Op dit moment worden de kosten neergelegd bij de ‘gebruiker’ van de gegevens. Hierdoor betalen ondernemers en burgers nu twee keer de prijs van het Handelsregister – via belastingen én door de prijs die los moet worden betaald voor toegang tot het register zelf.  Het is van belang dat de financiering van het beheer en onderhoud van het Handelsregister apart publiek wordt gefinancierd. Voor de politieke en financiële verantwoording is het van belang dat dit los komt van andere activiteiten van de Kamer van Koophandel. Deze zouden niet moeten worden gefinancierd met de opbrengsten uit het Handelsregister. Voor de financiering van het Handelsregister, dat nu onterecht als kostenpost wordt beschouwd, is een open data model ook positief. Handelsregisters die gegevens als open data ontsluiten kosten belastingbetalers, ondernemers en de overheid veel minder dan gesloten registers.

Hoe verder?

In 2022 wordt een vervolg gegevens aan het consultatietraject met het uiteindelijke doel de Handelsregisterwet te wijzigen. Onze oproep: neem een open data-optie serieus en neem deze mee in dit traject. Wij pleiten ervoor om in ieder geval een open data-optie serieus te overwegen, dit wordt niet gedaan in de Kamerbrief. Het brengt voordelen met zich mee betreft doelen waarvoor het Handels- en UBO-register zijn opgesteld, het past bij de trend richting een open en transparante samenleving, het staat niet haaks op privacybezwaren en verlaagt de kosten voor het onderhoud en beheer door de Kamer van Koophandel. In 2022 zullen wij waakzaam zijn dat er ook daadwerkelijk de vereiste invulling wordt gegeven aan onze oproep.  

Meer weten over ons project? Neem dan contact op met projectleider Jesse Renema via jesse@openstate.eu