Op 8 september diende fractievoorzitter van Volt, Laurens Dassen, een motie in met betrekking tot een lobbyverbod voor oud-bewindspersonen. De directe aanleiding was de overstap van demissionair minister Cora van Nieuwenhuizen naar Energie Nederland. De motie die “de regering verzoekt, een afkoelperiode van twee jaar in te voeren en daarbij een onafhankelijke toetsingscommissie in te stellen” werd met een ruime meerderheid aangenomen in de Kamer.
De overstap van Cora van Nieuwenhuizen was de druppel, maar al een lange tijd is het gebrek aan regelgeving betreft lobbyen onderwerp in de Tweede Kamer. De circulaire die eerder het lobbyverbod van bewindspersonen verkondigde was per 1 januari 2020 verlopen en het Handboek voor Bewindspersonen, die deze regel in een korte alinea toelichtte, bleek te vrijblijvend van aard. Daarnaast bleek eerder dit jaar uit een rapportage van de Europese anti-corruptiewaakhond Greco, dat Nederland te weinig heeft gedaan met de aanbevelingen uit 2019 om corruptie aan te pakken. Eén van deze aanbevelingen betreft ook aanscherping van de regels om de zogeheten politieke ‘draaideur’ tegen te gaan. Regulatie van de draaideur kan belangenverstrengeling tegengaan: bewindspersonen kunnen niet zomaar meer overstappen naar het bedrijfsleven en daarbij al kun kennis en contacten meenemen. De Europese Commissie hanteert al langer een afkoelperiode van twee jaar, net zoals veel West-Europese landen. Nederland is zelfs het enige West-Europese land zonder toezichthouder op dit gebied. Met het voorstel van Dassen voor het instellen van een onafhankelijke toetsingscommissie komt daar nu verandering in.
De verantwoordelijkheid wordt omgekeerd
Eerder beschreef Serv Wiemers, directeur van de Open State Foundation, al in een opiniestuk dat de verantwoordelijkheid van de huidige regelgeving, zoals ze zijn opgesteld in het Handboek voor Bewindspersonen, ligt bij de ambtenaren: hen wordt verboden om oud-politici die komen lobbyen niet te ontvangen omdat een voormalig minister lastig nog regels opgelegd kan worden. Wiemers stelde vervolgens al: “Een vreemde redenering; concurrentiebedingen voor na uitdiensttreding zijn in veel arbeidsovereenkomsten te vinden”. Met deze aangenomen motie wordt de verantwoordelijkheid omgekeerd: ex-bewindspersonen moeten zelf de verantwoordelijkheid dragen om lobbycontact te vermijden.
Verplicht lobbyregister
Een tweede motie die Laurens Dassen (Volt) heeft ingediend, en uiteindelijk besloot aan te houden, gaat over een verplicht lobbyregister. Zoals Dassen opmerkte hebben landen zoals Frankrijk en Slovenië stappen gezet richting zo’n verplicht register en ook de Europese Commissie gebruik maakt van een dergelijk register. De Nederlandse voortgang hierop blijft uit, terwijl ook één van de aanbevelingen van GRECO betrekking heeft op het invoeren van regels voor de wijze waarop bewindspersonen contacten onderhouden met lobbyisten en andere externe belanghebbenden. Het vergroten van transparantie rondom deze contacten is daarin een belangrijk punt. Rutte besloot deze motie te ontraden met als reden dat de GRECO-aanbevelingen overgelaten worden aan het volgende kabinet. Een argument wat vaker gebruikt is door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninklijke Relaties, Kajsa Ollongren, betreft de verlopen circulaire. Terwijl wij vanuit de Open State Foundation opmerken dat juist nu lobbyregulering belangrijker is dan ooit en dit de transparantie, en daarmee het vertrouwen van de burger in de overheid, vergroot.