Donderdag is minster Bijleveld opnieuw in de Tweede Kamer om zich te verantwoorden over de zaak-Hawija. Na jarenlang gebrek aan transparantie over de luchtaanvallen van Nederlandse vliegtuigen tijdens onze deelname aan de anti-ISIS-coalitie, en het verkeerd informeren van de Kamer, leek het éven alsof het ministerie van Defensie een stap in de goede richting zou zetten door data te delen over de luchtaanvallen die Nederlandse militairen in de jaren 2014-2018 uitgevoerd hebben.
Op de aangenomen motie uit november 2019 van Salima Belhaj (D66) was dit het antwoord:
“….constaterende dat transparantie over burgerslachtoffers tot op heden ontoereikend is; overwegende dat coalitiepartners zoals de VS en Australië wel rapporteren over het aantal burgerslachtoffers door luchtaanvallen; verzoekt de regering, om maximale transparantie te betrachten over burgerslachtoffers bij luchtaanvallen door de Kamer te informeren over data en locaties van luchtaanvallen, met inachtneming van de veiligheid van militairen, en gaat over tot de orde van de dag.’’
Helaas is de vorm en de inhoud van wat nu is gepubliceerd niet wat er nodig is voor goede democratische controle op onze inzet in Irak, concluderen Open State Foundation, Airwars Stichting, PAX en het The Intimacies of Remote Warfare-programma van de Universiteit Utrecht.
Defensie publiceert gesloten
Op 23 maart publiceerde Defensie een PDF-document met een onoverzichtelijke tabel in verhalende vorm, en met weekoverzichten die duidelijk moeten maken of er luchtaanvallen zijn uitgevoerd. De gewenste vorm om dergelijke informatie te delen is als open data. Hierbij is het belangrijk dat de data in een machine-leesbaar formaat wordt aangeboden (bijvoorbeeld als HTML, .csv of als .xlsx) en gestructureerd op een manier waarop de hergebruiker er iets aan heeft. Deze datasets kunnen door het ministerie eenvoudig worden gepubliceerd op het platform dat de overheid daarvoor heeft: data.overheid.nl.
De gesloten manier van publiceren die Defensie heeft gekozen, zorgt ervoor dat iemand de gegevens nog moet overtypen en moet structureren als daadwerkelijk machineleesbare data. En zelfs als dit zou zijn gedaan, blijkt de informatie nog steeds zo vaag dat er onnodig veel detective-werk nodig is om locaties en aanvallen met elkaar te matchen.
Inhoudelijk ondermaats
Ook inhoudelijk is de data ondermaats. Laurie Treffers, onderzoeker bij het Nederlandse kantoor van Airwars, een NGO die burgerslachtoffers van luchtaanvallen monitort zegt daarover: “Onze ervaring leert dat overheden doorgaans onderschatten hoeveel burgerslachtoffers er vallen bij hun militaire acties. In 2019 werd maar liefst 57 procent van de incidenten die de Verenigde Staten onderzocht, onderzocht omdat Airwars de Amerikanen wees op mogelijke burgerslachtoffers. Deze incidenten verschijnen dus niet op hun eigen radar. Daarom is controle door onafhankelijke partijen zo cruciaal.”
Door middel van open source-onderzoek verzamelt Airwars alle lokale rapportages van burgerleed. “Nederland staat al jaren bekend als een van de minst transparante coalitieleden. De publicatie van deze data verandert daar weinig aan. Zonder een specifieke datum en een nabije locatie is het zo goed als onmogelijk voor ons om te controleren of Nederlandse luchtaanvallen matchen met incidenten waarbij burgerslachtoffers gerapporteerd zijn. Nederland loopt hiermee achter op andere coalitielanden. Het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld, publiceert de datum, nabije locatie en het type target van hun luchtaanvallen tegen IS. Wij zien geen enkele reden waarom Nederland dat voorbeeld niet zou kunnen volgen.”
Open State Foundation is graag constructief en helpt overheden hun data zo optimaal en transparant mogelijk te publiceren. Daarom werken we samen met Airwars aan een kort paper dat uitlegt hoe open data gepubliceerd moet worden, en wat voor data er gepubliceerd moet worden voordat NGO’s, onderzoekers en anderen deze belangrijke data constructief kunnen gebruiken. Deze zullen we binnenkort hier delen.
Neem contact op met Tim Vos-Goedhart (tim@openstate.eu) als je hier meer over wilt weten.