NIEUWS

Ministerie van Defensie onnodig gesloten ondanks belofte van transparantie


Het ministerie van Defensie publiceert ondanks beloften van meer transparantie veel minder open data dan collega-ministeries in Nederland en ook minder dan Ministeries van Defensies in het buitenland. Defensie bestempelt relevante informatie steevast maar lang niet altijd terecht als ’te staatsonveilig’ om te publiceren. Dit blijkt uit onderzoek van Open State Foundation.

Nationale context

Het Ministerie van Defensie heeft een bijzondere status in Nederland, gegeven de belangrijke taak waar ze mee belast zijn. Data delen die in de staatsveiligheid in het gedrang brengt is niet wenselijk. Maar: voor een ministerie dat 10 miljard uit de gemeenschappelijke middelen krijgt in 2019 is het belangrijk om transparanter te zijn over waar dat geld aan uitgegeven wordt, en wat de resultaten zijn. Zoals de Telegraaf al schreef op basis van een Rapport van de Rekenkamer in mei 2019: ‘we zien nog weinig terug van de extra investeringen op Defensie’ Hoe moet hier goed toezicht op houden wanneer er niet voldoende data over gedeeld wordt? Er is ook een duidelijke vraag naar meer transparantie vanuit Nederland, het ministerie staat in de top 3 van cumulatieve informatieverzoeken op basis van de Wet openbaarheid van bestuur, met 722 verzoeken tussen 2014 – 2018. De Algemene rekenkamer constateerde in 2014 al in Trendrapport Open Data dat defensie weinig deed met open data, het kabinet reageerde: “”Defensie conformeert zich aan het overheidsbeleid, maar heeft naar haar aard maar weinig informatie die openbaar zou moeten worden gemaakt.” 

Defensie verzamelt en beheert echter wel veel informatie: zoals informatie over wat er bij de grens aan smokkelwaar gestopt wordt, hoe vaak er valse paspoorten gebruikt worden, waar onze maritieme grenzen precies liggen en hoeveel van het budget eigenlijk wordt gebruikt voor recruitering, en hoe de man-vrouw verhoudingen liggen binnen onze krijgsmacht. Echter, bij de rijksbrede data-inventarisatie van 2018, die sinds 2015 elk jaar wordt gedaan, claimt het ministerie slechts 14 datasets beschikbaar te hebben, en geen enkele in de planning voor publicatie of in onderzoek voor publicatie. In de diagram hieronder zien we dat het ministerie dat de minste beschikbare datasets het ministerie van Buitenlandse Zaken is, met daarna het Ministerie van Defensie. Maar waar Buitenlandse Zaken 4 geplande en 53 ‘in onderzoek’ datasets heeft, heeft het ministerie van Defensie deze getallen op nul. 

Dit lijkt in tegenspraak met de Defensienota 2018 die stelt dat: “Onze manier van werken, ons gedrag en onze cultuur gaan we […] veranderen: we hebben en nemen verantwoordelijkheid, zijn transparant en open…..” We zien op het gebied van open data niets terug in deze eigen oproep tot transparantie. 

Internationale context

Ook wanneer we ons Ministerie van Defensie vergelijken met anderen in de westerse wereld zijn we teleurgesteld in de mate van transparantie. Zo maakt het Britse ministerie van defensie momenteel 345 datasets beschikbaar als open data. en onze bondgenoten in de Verenigde Staten 178 datasets. Het Franse ministerie heeft ook maar liefst 193 datasets online staan. 

De inhoud van datasets zijn uiteraard ook belangrijk voor transparantie, en niet alleen hoeveel er beschikbaar zijn. Maar: het grote verschil tussen wat deze bondgenoten delen en ons Nederlandse ministerie is zo groot dat het grote vraagtekens oproept. Om een greep te doen uit wat onze bondgenoten delen als open data:

  • Frankrijk deelt data waarin ze hun ministerie vergelijken met bondgenoten op het gebied van slagkracht, data over recruiting, data over de hoeveelheden bedrijfsongevallen over de afgelopen 18 jaar, en over de man-vrouw verhoudingen binnen de krijgsmacht; 
  • De Britten delen data over militaire rechtszaken en de uitkomsten daarvan, de reizen en cadeau’s die hooggeplaatste ministeriële mensen worden aangeboden, en wie het aangeboden heeft. Ook delen ze de agenda’s voor wanneer schietoefeningen gehouden worden op verschillende defensieterreinen. Bovendien delen ze ook een ‘diversiteit dashboard’ van het ministerie;
  •  De Amerikanen delen veel informatie over officiële militaire hoorzittingen, officiële codes die gebruikt worden binnen het ministerie, overzichten vanuit welke postcodes de meeste nieuwe militairen komen, informatie over militaire doden en trendrapporten over hoeveel reservisten er per staat ingeschreven staan. Ook delen ze trendrapporten over man-vrouw verhoudingen en informatie over hoe ze ervoor gezorgd hebben dat militairen kunnen stemmen in verkiezingen terwijl ze in het buitenland dienen. 

Oproep

Daarom de oproep aan het Ministerie van Defensie; voeg daad bij woord uit de eigen Defensienota en:

  1. Neem de rijksbrede data-inventarisatie serieus en identificeer data die als open data beschikbaar gesteld kan worden, neem je buitenlandse collega’s als inspiratie en deel waarom besloten wordt dat bepaalde data niet als open data gedeeld kan worden;
  2. Ga in gesprek met (potentiële) hergebruikers van de data van het ministerie om te helpen identificeren welke data prioriteit heeft om vrij te geven;
  3. Publiceer niet alleen informatie op de website in weekoverzichten, waarbij het moeilijk terugzoeken en hergebruiken is. Verzamel en publiceer deze data als open data via data.overheid.nl;
  4. Richt de data-systemen bij Defensie in met transparantie in het achterhoofd; publieke verantwoording is niet een nagedachte maar moet meegenomen worden in het ontwerp; 
  5. Stel een open data-coördinator aan die transparantie moet aanjagen binnen Defensie.

Meer weten over wat we doen voor een transparanter ministerie van Defensie? Neem dan contact op met Lisette Kalshoven via lisette@openstate.eu