Dit opinie-artikel verscheen op 12 augustus 2019 in Trouw.
Geef de samenleving toegang tot het register waar witwassen is op te sporen, zeggen Arnold Merkies (Tax Justice NL), Lotte Rooijendijk (Transparency International Nederland) en Tom Kunzler (Open State Foundation).
Recordaantal verdachte transacties in Nederland, kopte Trouw (26 juli). Minister Grapperhaus reageerde dat misdaad niet mag lonen en hij trekt extra geld uit voor handhaving in navolging van het Plan van Aanpak Witwassen.
Daarin wordt het gebruik van een ‘UBO-register’ genoemd. Met dit door Europa verplichte register moet openbaar worden wie de ‘uiteindelijk belanghebbende’ is van een bedrijf. Zo hoopt de minister, en wij met hem, dat vele miljarden aan criminele opbrengsten worden opgespoord. Klein detail: In Nederland wordt het UBO-register, anders dan in veel andere Europese landen, niet echt openbaar. Daarom onze oproep: maak het register transparant en laat de samenleving meekijken.
De drugshandel kent in Nederland volgens onderzoek een jaarlijkse omzet van 18,9 miljard euro. Dit en ander crimineel geld wordt hier deels witgewassen. Het kabinet wil deze praktijken tegengaan door grote contante transacties te verbieden en het instellen van het UBO-register. Dat bevat informatie over welke personen een belang hebben in een bedrijf van meer dan 20 procent en kan gebruikt worden om criminelen die geld witwassen via bedrijven, beter op te sporen. Het helpt ook in de strijd tegen belastingontduiking, fraude, corruptie en terrorismefinanciering.
Bot vangen
Het kabinet zet in op verbeterde publiek-private samenwerking om deze criminele activiteiten tegen te gaan. Maar het lukt de opsporingsdiensten, notarissen en banken nog niet goed genoeg om dat voor elkaar te krijgen. Zo kreeg ING vorig jaar een boete van 775 miljoen euro voor een gebrekkige controle op witwassen. En vorige week kreeg ABN Amro opdracht vijf miljoen particuliere klanten door te lichten.
Het kabinet vergeet daarbij de rol die de samenleving kan spelen: onderzoek door maatschappelijke organisaties en journalisten. Want het Nederlandse UBO-register is alleen in naam openbaar. Voor toegang tot het register, dat in beheer moet komen van de Kamer van Koophandel, moet worden betaald. Ook wordt het zoeken op personen en herkenning van patronen door data-analyse onmogelijk gemaakt. Een journalist of organisatie die onderzoek doet naar criminele netwerken, brievenbusfirma’s of belastingontwijking kan het register goed gebruiken, maar vangt bot met het huidige voorstel.
Schandalen uit de Panama- en Paradise Papers hebben bewezen dat de samenleving een waardevolle bijdrage kan leveren bij het opsporen van criminaliteit. Precies daarom hebben het Verenigd Koninkrijk, Denemarken en Slovenië hun UBO-register wel écht openbaar gemaakt. In Nederland stuit de roep om een open register voornamelijk op privacy-bezwaren, maar vanuit het buitenland is geen enkel voorval bekend van misbruik van deze openbare data. Bovendien kunnen personen bij minderjarigheid of veiligheidsrisico’s worden verwijderd uit het register.
Voorkomen van criminaliteit
Criminelen houden zich niet aan landsgrenzen. Nederland heeft als belangrijk financieel centrum in de wereld dus een bijzondere verantwoordelijkheid bij de bestrijding van witwassen, corruptie, belastingontduiking, illegale belangenverstrengeling en fraude.
Niet één maatregel, één instelling of één land kan deze problemen oplossen. Ze zijn immers complex, grensoverschrijdend en omvangrijk en kunnen alleen door gedegen regelgeving, goede samenwerking en stevige handhaving aangepakt worden.
Eén van de maatregelen die ongetwijfeld helpt, is een functioneel UBO-register. Nederland moet daarom het voorbeeld van Denemarken en het VK volgen in hun erkenning dat de samenleving een waardevolle bijdrage kan leveren bij het opsporen en voorkomen van criminaliteit. Daarvoor hebben we wel een écht openbaar register nodig dat zonder betaling en voor analyse toegankelijk is voor maatschappelijke organisaties en journalisten.