Het onderzoek naar de kosten van de invoering van de Wet open overheid, dat eerder dit jaar naar de Eerste Kamer is gestuurd, is gebaseerd op te grove schattingen, grote verschillen in inschattingen en vluchtige aannames. Dat blijkt uit een analyse van honderden documenten die Open State Foundation via een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) heeft verkregen.
De ‘Quickscan impact Wet open overheid’ werd in twee delen (deel 1, deel 2) gepubliceerd door een adviesdienst van de Algemene Bestuursdienst van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, en concludeerde dat de Wet open overheid onuitvoerbaar is vanwege hoge kosten. De Wet open overheid (Woo), die nog behandeld moet worden door de Eerste Kamer, verplicht overheden om veel meer informatie actief openbaar te maken. Ook moeten ze een openbaar register bijhouden om inzichtelijk te maken welke informatie beschikbaar is.
Aangeleverde cijfers overheidsorganisaties toch openbaar
Open State Foundation heeft met twee Wob-verzoeken documenten en berekeningen gevraagd die betrekkingen hebben op de totstandkoming van deze quickscans. Eerder dit jaar werd het besluit genomen over de totstandkoming van de eerste quickscan en deze week viel het Wob besluit over het tweede deel. De quickscans zijn een snelle invuloefening van een aantal overheidsorganisaties met als resultaat torenhoge grove kostenramingen en de conclusie: de wet is onuitvoerbaar.
Het is daarom niet vreemd dat een aantal deelnemers bezwaar hebben gemaakt tegen het openbaar maken van deze cijfers en de mogelijkheid die er zou kunnen bestaan dat deze cijfers met elkaar worden vergeleken. Aan de deelnemers lieten de onderzoekers weten dat de gegevens niet te herleiden zouden zijn tot de inbreng van specifieke deelnemers. Bedragen zouden tot ‘(onvermijdelijk: grovere) totaalcijfers’ worden gebracht en daarbij niet rechtstreeks verwijzen naar cijfers van specifieke deelnemers.
Vluchtige aannames
Uit de documenten blijken grote verschillen in de uitwerking, becijfering en gehanteerde aannames. Er werden sjablonen (actieve openbaarheid en registerplicht) gebruikt die gebaseerd zijn op een ‘strikt formeel-juridische’ interpretatie die bovendien, zoals de onderzoekers zelf in hun rapport schrijven, ‘niet in alle opzichten spoort met de bedoelingen die de indieners van de Woo voor ogen hebben’. Een van de onderzoekers schrijft in een email aan een van de deelnemers: ‘En bedenk dat we bezig zijn met een exercitie die mede tot doel heeft om te voorkomen dat er een wet komt die als zodanig een onbehapbare werklast met zich zou brengen’.
Naar baten voor de samenleving of voor overheden om hun informatiehuishouding op orde te krijgen is amper gekeken. Bovendien bestaat een groot deel van de kosten die in de rapportages worden opgevoerd uit bestaande verplichtingen van de Archiefwet, de huidige Wet openbaarheid van bestuur en achterstallig ICT onderhoud. Toch hebben de onderzoekers, in tegenspraak met een toezegging van de minister van Binnenlandse Zaken aan de Tweede Kamer, hierin geen onderscheid gemaakt.
Majeure verschillen
Er zijn enorme verschillen te zien in de bijdragen van verschillende overheden, zowel op rijksniveau als in de bijdragen van organisaties in het tweede deel. Ook de onderzoekers stellen zelf vast dat het ‘ondoenlijk’ is om een verantwoorde ‘puntschatting’ te maken. Het aangeleverde materiaal, zo stellen zij, is ’te divers’ en te ‘dun ijs’. Desondanks, heeft dit de onderzoekers geen aanleiding gegeven om ’tot substantieel andere conclusies te komen’.
Data
Niet alle deelnemers maakten gebruik van de sjablonen van de onderzoekers. Sommige noemen geen specifieke bedragen andere doen brede schattingen. De gemeente Rotterdam schat de impact van de registerplicht op 2,5 miljoen en stelt dat andere kosten niet in te schatten zijn. ‘Berekingen m.b.t. actieve openbaarmaking zijn bijzonder moeilijk omdat wij onvoldoende inzicht hebben in de categorieën documenten’. De Nationale Ombudsman zegt dat ‘een exacte raming’ lastig te geven is en doet vervolgens een schatting tussen de 4 en de 10 miljoen ontwikkelingskosten met structureel 1 miljoen voor uitvoering. De Provincie Noord-Holland heeft het over ‘vele miljoenen’.
Open State Foundation heeft de documenten verzocht omdat deze overheidsinformatie inzage had moeten kunnen bieden in de huidige staat van de informatiehuishouding en status van ICT-systemen bij de overheid. Het is echter op basis van deze documenten en de kwaliteit van gegevens onmogelijk gebleken om per overheidsorganisatie een nulmeting te doen. Open State Foundation heeft alle verkregen documenten doorzoekbaar gemaakt en samen met de inventarislijsten geplaatst op openstate.github.io/wobwoo.
Deel 1: Quickscan
Deel 2: Quickscan
ICT Investeringen