Het beschikbaar stellen van de notulen, besluiten, agenda’s en andere openbare stukken van de gemeenteraad als open data versterkt de informatiepositie van de raadsleden, inwoners en journalisten. Open State schreef eerder over onvindbare stemuitslagen en de wens om raadsinformatie als open data vrij te geven. In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken voert de Open State Foundation nu een pilot Open Raadsinformatie uit samen met de gemeenten Amstelveen, Den Helder, Heerde, Oude IJsselstreek, Utrecht en Westland.
Na deze pilot moet alle ongestructureerde openbare raadsinformatie van deze zes gemeenten op een uniforme en integrale wijze als open data beschikbaar zijn. Op deze wijze kan de informatie gevisualiseerd worden en kunnen ontwikkelaars aan de slag met apps en websites die de lokale democratie versterken.
Waarom doen gemeenten mee aan deze pilot? Bij het OpenOverheid-festival op 18 mei hield Pascale Georgopoulou (raadsgriffier gemeente Amstelveen) een inleiding over nut en noodzaak van open raadsinformatie. Hier volgt een verkorte weergave van haar inleiding, waarin zij onder andere ingaat op deelname van haar gemeente aan de pilot.
Open data: bijzaak!
“Amstelveen 2.0 is een Twitter-account waar ik een hekel aan heb. Als ik een bericht op mijn website plaats, neemt dit account het automatisch over, nog voordat ik het via mijn eigen Twitter heb geplaatst. Het is een of andere feed, maar mijn website kan dat niet.
En neem Google. Zelfs voor informatie van mijn gemeente is Google sneller dan mijn eigen website. Irritant zijn de advertenties. Ze sluipen steeds tussen de “gewone” berichten door. Zocht je een stofzuiger? Krijg je die de hele tijd in beeld. Maar zou het niet cool zijn als iemand “Amstelveen” zoekt en op zijn scherm leest: “Vanavond vergadert uw gemeenteraad!”
Als het gaat om informatietechnologie en -innovatie lopen wij als overheid achter! Zijn wij niet slim of ambitieus genoeg? Of vinden wij het niet belangrijk genoeg? Is het nog niet tot iedereen doorgedrongen dat informatie en data nu al (en straks helemaal) de brandstof zijn waarop de overheidsmachine draait?
Raadslid en de digitale hooiberg
Stel je bent raadslid. Vroeger kreeg je een enveloppe met raadsstukken die je las. De bijlagen, rapporten, financiële specificaties lagen in de leeskamer, daar had je nooit tijd voor. De enveloppe voor de volgende ronde lag alweer op de mat. Tegenwoordig gaat het digitaal. Via een website of een vergader-app krijg je de stukken, ook de bijlagen uit de leeskamer. Wat is need-to-know en wat is nice-to-know? Elke twee jaar zijn er dubbel zoveel data. In 2020 hebben wij met z’n allen 44 zettabytes aan data. En het probleem is niet de enorme hoeveelheid, maar om daarin te zoeken. De speld in de digitale hooiberg.
Inwoner niet wijzer
Stel je wil weten wat je in jouw dorp of stad gebeurt. De gemeente stuurt je misschien een brief, je leest erover in het lokale suffertje, en ja, het hoogtepunt elke vier jaar: verkiezingen! Er zijn kiezers die lokaal en landelijk hetzelfde stemmen. En kiezers die willen weten welke partij iets te vertellen heeft over zaken die ze interesseren. Welke partij was voor/tegen de bouw van een school bij mij om de hoek? Welke partij was voor/tegen verhoging van de parkeertarieven bij het winkelcentrum? En wie doet iets voor jongeren in mijn wijk? In het beste geval vind je op de gemeentelijke website dat de raad erover heeft gesproken. Als je al de juiste term weet te raden, want jij zoekt: “school” en op de agenda stond “integraal huisvestingsplan onderwijs”. En misschien vind je het verslag van de betreffende vergadering, een document van een bladzijde of tachtig. Al zou je terug weten te vinden wie voor waren, dan weet je nog niet wat het besluit was. Dus moet op zoek naar het raadsvoorstel zelf. Zoeken, zoeken. Op de website van politieke partijen? Vergaderingen bezoeken? Raadsleden bellen? Wijzer wordt je er niet van.
Griffier als informatietechnoloog
En stel je bent griffier en besteedt een groot deel van jouw tijd aan het openbaar maken van informatie op de website, vergader-app en social media. Wat gaat de raad beslissen, wat heeft de raad besloten, alles keurig verpakt in besluitenlijsten, videotulen, publieksagenda’s, nabeschouwingen en persberichten. Primair voor de raad, zodat hij besluiten kan nemen. Geen argument of feit of mening mogen verloren gaan. En uiteraard voor het publiek. Tegenwoordig ben je als griffier een halve ICT-informatietechnoloog. Je moet in gesprek met leveranciers en andere techneuten, en moet jouw wensen en behoeften concretiseren. Ben je wel in staat om de juiste vraag te stellen?
Versterken informatiepositie
Kan de informatiepositie van de raad aan de ene kant en van inwoners, bedrijven en instellingen aan de andere kant worden versterkt met open data? Eigenlijk zijn open data bijzaak! Waar het wel om gaat is transparantie, legitimiteit en invloed als onderdelen van het democratisch samenspel.
Transparantie gaat over openheid, zichtbaarheid en toegankelijkheid van de lokale democratie. Wat speelt er? Wat zijn de keuzes? Op basis van welke argumenten en welke informatie worden voorstellen gemaakt en wordt erover besloten. Wie vindt wat en waarom? Legitimiteit gaat om gezag, draagvlak voor opvattingen en om verantwoording over wat is besloten. Is besluitvorming rechtmatig? Kan worden uitgelegd waarom dit het beste besluit was. Invloed gaat over de mogelijkheden die inwoners hebben om hun stem te laten horen, mee te denken en mee te ontwikkelen. Niet alleen geïnformeerd worden als alles al is geregeld, maar om mee te bepalen. Om invloed uit te oefenen moet je weten wat er speelt.
Open data maakt informatie toegankelijker. Gegroepeerd of geanalyseerd, maar vooral geschikt om er iets mee te doen. De techniek interesseert mij niet. Ik ben vooral benieuwd en nieuwsgierig en heb tientallen vragen over hoe het er allemaal straks uit ziet en wat je ermee kunt. Het openbaar maken van informatie, zonder dat deze toegankelijk is om te gebruiken, is onfatsoenlijk. Alsof je tegen raadsleden en inwoners zegt: “Je mag alles weten hoor! Hier! Kijk maar wat je er mee kunt!” Open en dus toegankelijke data horen bij een fatsoenlijke overheid. En dat wil ik zijn: fatsoenlijk.”
Meer informatie op de website Open Raadsinformatie.