NIEUWS

Waar zijn de open data van Defensie?


Het ministerie van Defensie heeft op het gebied van transparantie een wereld te winnen. Hoewel er in 2015 en 2016 een rijksbrede data inventarisatie is uitgevoerd, is het ministerie van Defensie een van de weinige ministeries die hier niet aan hebben voldaan.

Nederland niet, maar VS, Frankrijk en VK wel open

Sterker, het ministerie van Defensie is een van de ministeries die het minst aantal datasets heeft gemeld via data.overheid.nl. Dat is vreemd. Zeker als je kijkt naar beschikbare open datasets van ministeries van Defensie in andere landen. Zo heeft het Amerikaanse ministerie van Defensie zo’n 194 datasets en zelfs broncodes beschikbaar gesteld. Dichter bij huis heeft het Verenigd Koninkrijk 332 open datasets beschikbaar en het Franse ministerie van Defensie heeft meer dan 192 datasets ontsloten.

Voorbeeld datasets die nu al open zouden kunnen

Datasets die de minister van defensie nu al zou kunnen ontsluiten als open data zijn bijvoorbeeld de BaZ-database met daarin berichten aan zeevarenden per week en per kaart en beschikt de Dienst der Hydrografie van het ministerie van Defensie over actuele gegevens van onder meer vaarroutes, zeebodem en getijden. Deze publiek gefinancierde overheidsinformatie is nog niet ontsloten als open data. Daarnaast zijn veel datasets die weliswaar online zijn niet als open data beschikbaar, zoals bijvoorbeeld de databank dapperheidsonderscheidingen, Ook het Nederlands Instituut voor Militaire Historie beschikt bijvoorbeeld over digitale erfgoed, zoals beeldbank collecties, die nog altijd niet beschikbaar is gesteld als open data. Dit is publiek gefinancierde digitale overheidsinformatie die reeds als open data beschikbaar zouden moeten kunnen zijn.

Verifieerbare overheid

Ook data die door Defensie worden verzameld, zoals bijvoorbeeld meldingen over geluidshinder via het Luchtmacht Informatie en Klachten Systeem of data over militaire vluchten boven Nederland worden niet ontsloten als open data. Ook met betrekking tot de bedrijfsvoering, de kosten van uitzendingen, defensiematerieel en informatievoorziening over resultaten en consequenties voor militairen, veteranen en burgers van bijvoorbeeld uitzendingen en missies is het ministerie weinig transparant.

Wat betreft het laatste is het ongemakkelijk te weten dat Nederland een van de minst transparante landen is over de inzet bij missies, zoals in Syrië en Irak. Zo worden bijvoorbeeld data over sorties, historische data over locatie en tijdstippen van luchtaanvallen, wapeninzet, materiele schade en burgerslachtoffers, in tegenstelling tot landen als VS, Canada, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk niet ontsloten.

Zeker nu het ministerie meer te besteden krijgt, mag van dit ministerie worden verwacht dat ze ervoor zorgt dat een degelijke data inventarisatie snel plaatsvindt en alvast een start wordt gemaakt met het beschikbaar en toegankelijk maken van datasets die nu al open kunnen.